Afgelopen vrijdag presenteerde de Raad voor Cultuur 'Toegang tot Cultuur'. De schutterij in Schinveld kan opgelucht ademhalen. De typisch Limburgse volkstraditie van Schuttersfeesten, troetelkind van Wilders' PVV, kan, als het aan de Raad voor Cultuur ligt, gewoon subsidie aanvragen. Zeker na 2029, als het nieuwe subsidiemodel van de Raad ingaat. En men nog steeds de weilanden mag blijven vergiftigen met loden kogels.
En ze de collegiale concurrentie aangaan met Opera Zuid, die volgens Wilders' cultuurwoordvoerder Martine van der Velde ook meer subsidie moet krijgen.
Hoewel de Raad voor Cultuur zegt geen rekening te hebben gehouden met de uitslag van de verkiezingen, is duidelijk dat men goed heeft aangevoeld hoe de vlag erbij hangt. Als niet ondersteboven, dan toch wel met een duidelijk regionaal georiënteerde wind in de rug.
Kort samengevat wil de Raad af van de huidige culturele basisinfrastructuur. Terecht, want die was helemaal stukgemaakt door bezuinigingen van het eerste Kabinet-Wilders in 2012 (Officieel Rutte 1).
Culturele eredividisie
Opeenvolgende Kabinetten en Kamerleden hebben daarna van het in de kern heldere systeem een moodboard gemaakt op basis van individuele verlanglijstjes en lobbystukjes, zodat er geen sprake meer was van een infrastructuur, maar van een patchwork van culturele eredivisieclubs en een keukenkampioendivisie van fondsgesubsidieerde makers en instellingen.
Toppunt was bijvoorbeeld de subsidieverdeling van 2020. Onder druk van het culturele grootkapitaal schoof de Raad het advies van de eigen adviseurs opzij bij de musicaltoewijzingen en draaide het in een oekaze om een extra festival toe te voegen het Holland Festival bijna de nek om.
Niet dat de Raad in het verleden geprobeerd heeft iets te veranderen aan de eigen onmacht. Zo was er in 2017 een visionair stuk waarin de Raad een grote rol wilde toekennen aan stedelijke regio's. Zo kon de kunst dichter bij de mensen gebracht worden, omdat de mensen in de regio er zelf ook iets over te zeggen kregen. Vaste lezers van deze site weten hoe blij we hiermee waren. Het is hier al tijden een doorn in het oog dat de randstad bepaalt wat er in de regio te zien is.
Visie verschrompeld
Maar het visionaire stuk uit november 2017 verschrompelde in de maanden daarna tot een inhoudsloos niemendalletje. De lobby van de kunstsector en de regionale overheden had zijn werk gedaan, met als hoofdmotto: in die lagere overheden leeft cultuur niet, er is geen deskundigheid, en als puntje bij paaltje komt, geeft een gemeente liever geld uit aan lantaarnpalen dan aan kunstenaars. Uiteindelijk kwamen er regionale plannen waarmee niets is gedaan.
Met het nieuwe plan wil de Raad regionale en lokale cultuursubsidies via een Kaderwet verankeren in het gemeentefonds. Lagere overheden zijn daardoor gedwongen om het gereserveerde geld ook daadwerkelijk aan cultuur te besteden.
Megafonds
Maar omdat gemeentes niet zelf moeten worden belast met beoordeling, aldus de Raad, komt het subsidie-uitgiftebeleid in handen van een heel groot Kunstfonds met regionale afdelingen (We hebben al een Cultuurfonds met regionale afdelingen, maar dat is dus particulier). Het Kunstfonds is de Haagse variant op de Britse Arts Council, waarmee in Groot Brittannië de kunstsubsidies ook buiten democratische controle zijn gezet.
In 2006 onderzocht het ministerie van OCW dat al, maar vond men toch dat een Culturele Basisinfrastructuur beter zou passen bij de Nederlandse situatie. De Arts Council is ook geen koepel van alle culturele disciplines. Ernaast is er nog een heel bureaucratisch netwerk van fondsen voor bijvoorbeeld film, erfgoed en tv.
Voor het Kunstfonds zal iedereen gelijk zijn, is de bedoeling. Het geld dat nu verdeeld wordt via de aparte fondsen met hun eigen systematiek, wordt nu gelijkwaardig over de regio's en disciplines verdeeld. Als instelling of maker kun je via een kek filmpje, een mooi dansje of een doorwrocht essay in aanmerking komen voor subsidie, allereerst in de regio waar je woont, en als je landelijk of internationaal belang kunt aantonen, ook bij de centrale afdeling.
Kindertehuis
Klinkt goed, en fijn dat de schotten tussen de disciplines worden opgeheven. Maar het is ook wel een heel kindertehuis wat nu met het badwater in het afvoerputje verdwijnt. De fondsen, zoals Fonds Podiumkunsten, Mondriaan Fonds, Letterenfonds en Filmfonds, doen op dit moment heel goed werk, met veel oog voor de regio en de diversiteit van het Nederlandse leven.
Dat blijkt uit een juichend visitatierapport. Het probleem dat het meeste geld dan toch nog in Amsterdam terechtkomt dat de Raad en de Fondsen zien, is overigens ook niet iets typisch Nederlands. Elk land ter wereld heeft een culturele hotspot, meestal de hoofdstad, waar alle kunstenaars willen wonen, de banen vergeven worden en alle inwoners heen trekken voor hun portie kunst en vermaak.
Keukenkampioen
De Raad onderkent dat ook. Het advies stelt dat er een kleine groep van 'onaantastbare' topinstellingen is, die buiten de regionale afdelingen vallen en in een landelijke afdeling terechtkomen. Daarmee is direct een onderscheid gemaakt tussen Ere- en Keukenkampioendivisie, waar de politieke lobby de komende jaren van alles over gaat zeggen.
Terecht waarschijnlijk, want er zitten nu in sommige steden buiten Amsterdam kleine kunstenaars met een grote internationale markt. Iemand als Dries Verhoeven is in zijn eentje, woont en maakt in Utrecht, speelt in het hele land maar ook van Canada tot Japan. Valt hij onder Utrechtse regio, straks, en moet hij concurreren met Het Nut of Aluin, die elk op een andere manier lokaal en nationaal belang uitstralen?
Maar kijk eens naar Twente
Er is ook een andere kant aan het verhaal. In Twente staat een heus eigen, regionaal theatergezelschap in de steigers, voortgekomen uit de eigen locatieproducties van het Wilmink Theater, zoals Van Katoen en Water in Almelo, of Huize Enschede, een typisch Enschedese theatersoap.
Dat is een initiatief dat zich de afgelopen tien jaar bewezen heeft, maar geen continuïteit kon opbouwen met alleen incidentele projectsubsidies van het Fonds Podiumkunsten. Zo'n sterk regionaal gefocust gezelschap valt nu nog buiten de boot bij de landelijke BIS omdat het regionaal is. Dat is een lot dat het deelt met tal van instellingen buiten de randstad.
Die discrepantie veroorzaakt juist weer die enorme culturele kloof tussen Randstad en regio, die voer is voor partijen als PVV en BBB, maar ook NSC, om de zogenaamde elite tot vijand te verklaren.
Het nieuwe model van de Raad zou hier een perfecte oplossing voor zijn.
Fast Prototyping en een beter idee
Keep reading with a 7-day free trial
Subscribe to Nieuwsbrief Cultuurpers to keep reading this post and get 7 days of free access to the full post archives.