“Maak gebruik van die vrijwilligers, ze zijn er voor je, ze willen alles doen!”. Met deze aanmaning sloot de directie van Delft Fringe Festival de laatste workshopdag af voordat op 27 mei het festival van start gaat. Delft Fringe is het eerste festival voor podiumkunstenaars aan het begin van hun loopbaan, of dat nu direct na school is, of na een andere carrière, dat structureel subsidie ontvangt.
Collega-festivals als Amsterdam Fringe en Café Theater Festival Utrecht, bieden elk op hun eigen manier een lanceerplatform, maar ‘Delft’ is uniek omdat de bijna 30 acts die zijn uitgekozen uit 378 aanmeldingen, elke dag in een andere locatie optreden. Dat kan in een garage zijn, de woonkamer van gewone Delftenaren of een zaaltje van een café. Of een museum molen. Dat betekent dat ze op alles voorbereid moeten zijn, en vooral ook moeten leren omgaan met de gastvrijheid van theaterliefhebbers en publiek dat op je lip zit. Dat is niet voor iedereen weggelegd.
Concurrentie
Die speciale relatie tussen kunstenaars, locaties en publiek is iets wat de organisatie in al zijn vezels uitstraalt. De ‘makersdagen’ waarop de uitgekozen kunstenaars worden voorbereid op hun deelname aan het festival zijn uniek. Zo ook deze zaterdag, waarop de kunstenaars elkaar helpen met ideeën voor ‘Parade maken’: het werven van publiek op de Delftse Markt.
Waar dat normaal gesproken een aanleiding zou kunnen zijn om de concurrentie tot dramatische proporties te laten groeien, is het hier een bijeenkomst waarop mensen elkaar buitengewoon nuttige tips toespelen.
Tijdens het festival, dat al jaren een begrip is in Delft, is er voldoende publiek voor de vaak kleine locaties. Delftenaren zijn nieuwsgierig en staan open voor de wildste vormen. En die zijn er volop, tijdens die twee weken vanaf 27 mei.
To-do lijst
Want wat komt er langs?
We doen een willekeurige greep: David Veenstra werkt met twee andere acteur-dansers aan de voorstelling "Looking Forward". Ze hebben nog geen naam voor hun gezelschap, en dat past eigenlijk wel bij hun improviserende manier van werken. Elke uitvoering is anders, en ze experimenteren met een to-do lijst en kaarten die de voortgang van de show beïnvloeden, waardoor het publiek in verwarring kan raken. David omschrijft deze voorstelling over haast en fomo als "existentieel humoristisch".
Rosalie Kusters en Tirza Rebergen leerden elkaar kennen op de Koningstheateracademie, en werken nu samen als “Die Andere Twee". Ze voelden zich in hun klas vaak als de minder uitgesproken studenten, maar vonden in elkaar een klik. Hun werk focust zich op sociaal ongemak en de zoektocht naar de juiste woorden in verschillende situaties
Mondige klas
“We hadden best wel een mondige klas. Daar voelden wij ons altijd een beetje die andere twee die ook heel veel te zeggen hadden. Onze voorstelling gaat over momenten dat je iets met veel zekerheid moet zeggen of voor jezelf moet staan, maar dat we daarin merken dat we soms dichtklappen. Het is een ode aan gepieker in de vorm van brieven op muziek."
Toen hij met zijn ouders verhuisde naar een nieuw huis, trof Sytze Bouma op de zolder van het oude pand een podium aan. Dat zette zijn fantasie in beweging, want wie was die vereenzaamde man die voor hem in dat huis had gebivakkeerd, en waarom was dat podium daar. De in Arnhem opgeleide acteur speelde dit stuk, getiteld ‘Drag me Home’ eerder in Café Binnen Best tijdens het Utrechtse Café Theater Festival en won er de publieksprijs mee. "Dit verhaal gaat over jezelf verstoppen en jezelf niet op een plek neerzetten, maar op zolder. Door het daar te spelen voelt het alsof ik een soort ruimte maak. Niet alleen voor het verhaal van deze man, maar ook voor het verhaal van mezelf, om van zolder te komen om een nieuwe plek te claimen. De vorm is: glitterjurk en vol make-up. Maar ik zeg er niks over. Het gaat heel erg over iets laten zien wat van binnen broeit en leeft.
Verloren vader
Minstens twee voorstellingen gaan over verlies en rouw, maar elk op hun eigen manier. Astrid Rozemarijn Klein Haneveld bewondert sciencefiction. Ze verloor haar vader toen ze acht jaar was, en worstelt nog steeds met de rouw die dat veroorzaakte. In Doctor Who, de al 60 jaar bestaande Britse sciencefictionserie over een ‘timelord’ die in een telefooncel door de ruimte reist en ‘The Doctor’ wordt genoemd vond ze een droomversie van haar verloren vader, die ook dokter was. "Via deze voorstelling probeer ik door sciencefiction en om een ruimtereis in te beelden naar de sterren waar ik hem misschien zou kunnen ontmoeten, dichterbij hem te komen en bij mijn gevoel van rouw en bij mijn herinneringen van vroeger. Het is een heel persoonlijk werk en ik heb eigenlijk heel lang juist die rouw niet zo actief ruimte gegeven in mijn leven."
Kleinkunstliedjes, maar dan wel met een zweem Americana à la The National. Dat klinkt best aardig, zo bleek tijdens de presentatie. David Heijmans heeft het in zijn programma ook over zijn vader, en over verlies, maar dan van andere orde. Het is een soort roadmovie op muziek. Het is een ode aan de worsteling van een zwijgende zoon met een vader die opeens heel veel kwijt moet.
Hij heeft nog wel een tip voor kunstenaars die het ook via Delft Fringe willen proberen: "Ik denk de grootste tip die ik zou kunnen geven is: ga vooral zoveel mogelijk het doen. Dan maakt het niet uit of dat nog voor tien mensen in een huiskamer is of überhaupt niet voor iemand."
Delft Fringe is mee te maken in Delft, op diverse verrassende locaties, van 27 mei tot en met 8 juni 2025. Er zijn mogelijk nog kaarten.
Listen to this episode with a 7-day free trial
Subscribe to Nieuwsbrief Cultuurpers to listen to this post and get 7 days of free access to the full post archives.